Een van de fouten waar leerlingen veel punten op verliezen is op het verkeerd gebruik van je rekenmachine. Je rekent iets ‘goed’ uit maar het antwoord wat eruit komt klopt niet.
Het is zonde en onnodig om hier punten op te verliezen.
Daarom enkele tips, met vervolgens een oefenopgave. Probeer is of je op hetzelfde antwoord uit komt?
- Gebruik tijdens de les altijd een normale rekenmachine, dus NIET je grafische rekenmachine. De verleiding is groot om enkel je grafische rekenmachine te gebruiken, die heb je tenslotte ook bij wiskunde nodig. Maar tijdens een natuurkunde toets is de grafische rekenmachine verboden! Het komt regelmatig voor dat leerlingen nauwelijks gewend zijn om hun gewone rekenmachine bij natuurkunde te gebruiken.
- Gebruik op je rekenmachine de knoppen die je zou moeten gebruiken.
- Dus wanneer je iets schrijft in de wetenschappelijk notatie, bijvoorbeeld 1,6.10-19 C, tik je het volgende in:
- Allereerst de 1 dan een punt en dan een 6.
- Vervolgens gebruik je NIET het x teken, maar de 10x knop (op oudere rekenmachines de EE knop).
- Voor de x vul je dan -19 in, de min die je gebruikt is de kleine min op je rekenmachine, dus niet de min die bij de + staat.
- Dit hele getal zet je vervolgens tussen haakjes.
- Wanneer je dit allemaal toepast kan het bijna niet meer mis gaan.
Probeer de volgende opgave eens uit te rekenen. Kom je op het zelfde antwoord uit?
Bereken de weerstand van 3,0 meter ijzerdraad (IJzerdraad ρ = 9,7.10-8 Ω.m) met een diameter van 2,5 mm.
KIJK NOG NIET BIJ HET ANTWOORD ONDER DE AFBEELDING, PROBEER EERST ZELF UIT TE REKENEN!
A = ¼ . π . d2 = ¼ . π . 0,00252 = 4,9 .10-6m2
R = ρ . l/A
R = 9,7. 10-8 . (3/4,9. 10-6) = 5,9 . 10-2 Ω
Voor verder oefenen zie formules.natuurkunde-uitleg.nl