Wet van Ohm : U = I.R
- U spanning in V
- I stroomsterkte in A
- R weerstand in Ω
Vermogen : P = U.I
- P vermogen in W
Rekenvoorbeeld
Een waterkoker heeft een vermogen van 2,0.103 W . De netspanning bedraagt 2,3.102 V.
Bereken de weerstand van het verwarmingselement.
P = U.I
2,0 . 103 = 2.3 x 102 . I
I = (2,0 .103)/(2,3.102) = 8,70 A
U = I. R
2,3.102 = 8,70. R
R = 26,4 Ω = 2,6.101 Ω